Windmolen en torenuurwerk in Bakel
Toon Michiels, Vierlingsbeek 31 maart 2015.
Wie wat bewaart heeft wat.
Bakel, windmolen en torenuurwerken.
Wie wat bewaart heeft wat. Toon Michiels, Vierlingsbeek 31 maart 2015. Vorig jaar november maakte ik een afspraak met Rein van den Broek uit Milheeze, lid van de plaatselijke heemkundekring Bakel-Milheeze. Dit omdat ik op zoek was naar de voorouders en het geboortehuis van Antoon de Vet. Rein vertelde mij destijds dat er in […]
Dit bericht werd geplaatst in Torenuurwerken op 31 maart 2015.
Klik op bovenstaand plaatje en lees het volledige verslag.
Raadpleeg het originele artikel.
Bakel, windmolen en torenuurwerken.
Wie wat bewaart heeft wat.
Toon Michiels, Vierlingsbeek 31 maart 2015
Vorig jaar november maakte ik een afspraak met Rein van den Broek uit Milheeze, lid van de plaatselijke heemkundekring Bakel- Milheeze. Dit omdat ik op zoek was naar de voorouders en het geboortehuis van Antoon de Vet. Rein vertelde mij destijds dat er in het Gildehuis een oud torenuurwerk van de kerk stond, en ook nog een op de gemeentewerf maar dan van latere datum. Dat laatste uurwerk heeft jarenlang bij Rein van den broek in de garage gestaan. Nou twee torenuurwerken van dezelfde kerk, dat maak je zelden mee. Meestal werden ze verschroot of verkocht. Dus ging ik samen met Rein naar het uurwerk dat op het einde van een gang in het gildehuis stond, achter een stuk boomstam waarin stuk ijzer was gegroeid. Op zich al mooi, echter het gesmede en gesigneerde uurwerk gebouwd in 1829 door Matys van Kuijck uit Venray trok mij meer aan.
Torenuurwerk van Bakel. Geplaatst in 1829 door Matys van Kuijck uit Venray
We sleepten het uurwerk naar buiten om er in het daglicht foto’s van te kunnen maken. Moet je voorstellen, een uurwerk van 175 jaar oud gemaakt, 50 jaar voordat de gloeilamp is uitgevonden. En volgens mijn naspeuringen in het gemeentearchief van Venray gebouwd door een dorpssmid uit Leunen bij Venray. Tot dan had ik nog nooit van deze uurwerkbouwer uit Venray gehoord, wel van het klokkenmakers geslacht van Cuijk uit Sint Anthonis, Grave en Boxmeer.
In het gemeentearchief van Venray vind je ”Matys van Kuijck” echter niet onder deze naam, wel als Matthias van Cuijck, zoon van Joannes van Cuijk en Henrica Thijssen. De voornaam Matys, een afgeleide van Mathijs, Matthias, Mathias, of Matheus, en komt enkele malen voor in een Duitse tak en in een tak uit Neukerck (Nieuwkuijk). Matthias van Cuijck ( geb. 19-04-1764 overl. 8-12-1834 ) was gehuwd op 12-05-1789 met Anna Maria Vollenberg ( overl. 18-12-1838 ) ze kregen vier kinderen waarvan er twee Hendrika en Johanna met respectievelijk Thomas en Martin Michels zijn getrouwd. De smederij van Van Kuyck lag ten westen van de Gussestraat in Leunen , maar er staat nu nieuwbouw. Voor mij is nog verder zoeken geen optie, mede i.v.m. de tijd die je daar aan kwijt bent. Alhoewel het interessant is te weten, hoe het komt dat een klokkenmaker uit Venray een uurwerk kan leveren in Bakel. Heeft de toen vooraanstaande familie de Vet in Bakel, die zelf smeden c.q. klokkenmakers waren, familie banden gehad met van Kuijck? Het zou zomaar kunnen, aangezien de naam Michels in die tijd in beide stambomen voortkwam. Overigens ook al waren de Vet smeden en horloger, toch is er geen enkele klok van bekend. Het is daarom aannemelijker dat van Kuijck op een aanbesteding heeft inschreven. En misschien duikt dat ooit op in kerkelijke, of andere archieven.
Een trotse Peter Antonie Vos (1841-1917) naast het 100ste uurwerk.
Voor de restauratie van de kerk in 1911 is er in 1893 door de Vos uit Neunen een torenuurwerk geplaatst. Dit heeft dienst gedaan totdat de tijd werd geëlektrificeerd, zoals klokkenmakers dat zo mooi noemen. Binnenkort hoop ik foto’s van het nu ”nog” op de gemeentewerf opgeslagen uurwerk van A. Vos uit Neunen te kunnen plaatsen. Meer over de Vos uurwerken uit Neunen op torenuurwerk.nl
Molen en kerktoren 100 jaar nadat Van Kuyck het uurwerk voor de kerk maakte. Foto: Marco Thijssen
Het is zeker dat er nog een ander uurwerk voor het uurwerk van Matys van Kuijck in de toren heeft gestaan, gezien onderstaande passages uit artikelen van Wiro van Heugten , en Ad Otten.
Wiro van Heugten schrijft in ” Uurwerkmakers te Gemert ” dat Horologemaker meester Hendrick de Jongh in Bakel in de borgemeestersrekeningen steeds als ‘den horlogiemaeker van Gemert’ word aangeduid. Hij onderhield daar eerst alleen het ‘ horlogie van Milheeze voor ‘ twee carren clodt’, dat omgerekend een waarde van drie gulden vertegenwoordigde. In 1721/22 kreeg hij er ook nog het onderhoud van het uurwerk van Bakel bij en kreeg toen voortaan vijf carren turf.
Tekening van het kerktoren uurwerk Deurne uit 1738 van Benediktus van den Bergh uit Gemert. Een vergelijkbaar uurwerk zou er in Bakel kunnen hebben gestaan.
En in Torenhorologies in Gemert vanaf 1500 schrijft Ad Otten:
Meester Hendrik de Jonge horologiemaeker.
Blijkens de rekeningen van de Aarlese borgemeesters ontving meester Jacob voor het onderhoud van het uurwerk in de periode van 1690 tot 1699 jaarlijks vier gulden.4 Na 1699 werd dit jaarlijkse onderhoud evenals in plaatsen als Bakel, Deurne, Lieshout en Beek en Donk overgenomen door meester Hendrik de Jongh, de zoon van Jacob. Er is zeker geen uitputtend onderzoek verricht naar het voorkomen van diens naam in de dorpsrekeningen uit de regio maar dit zijn de posten die min of meer toevallig zijn komen boven drijven. En het zal niet verbazen dat we zijn naam na enig zoekwerk ook aantreffen in de Gemertse gemeenterekeningen. Zo zien we hem in 1709 met de borgemeesters van Gemert overeenkomen dat hij te rekenen vanaf 1 januari 1710 voor negen gulden per jaar het jaarlijkse onderhoud op zich neemt wat betreft ‘het horologie op de kercke’, voor een periode van twaalf jaar ‘ofte soo langh als de Here belieft’. Dit contract en ook de uit latere jaren bewaard gebleven kwitanties tekent hij met ‘Hendrik de Jong horlogiemaker’.7 Zijn contract met de gemeente Gemert zal hij maar net vol kunnen maken want in de Gemertse begraafregisters komen we zijn naam tegen als zijnde begraven op 11 september 1723. Zo’n 25 jaar is hij dan in de regio als meester horlogemaker actief. Op 11 januari 1724 ondertekent Maria de Jongh, de moeder van Hendrik, nog een kwitantie waarmee zij bekend het jaargeld voor het onderhoud van het horologie te hebben ontvangen.8 Het jaar daarop meldt zich daarvoor een nieuwe naam: Benedictus van den Bergh.
Bakel aan de andere kant van de “Peel”
Bakel, is het oudste dorp van Brabant en vierde vorig jaar zijn 13de eeuw feest. Het dorp ligt aan de andere kant van de Peel, vanuit Leunen bij Venray gezien. De naam kwam voor de eerste keer voor in de 8e eeuw en wel in 714.
St. Willibrordus kerk van Bakel. 2014
De huidige kerktoren is in de 16e eeuw gebouwd. Deze heeft diverse restauraties en verbouwingen ondergaan in de loop der eeuwen. Voordat de spits in 18e eeuw is afgebrand, was de toren zelfs hoger dan nu, maar is nog altijd 75 meter.
Een leuk verhaal over de toren van Bakel is dat de kerktoren te dicht bij de weg zou staan volgens de inwoners. Hem verplaatsen was geen optie, dus werd er beraadslaagd met de burgemeester en de raadslieden. De uitkomst was, om met alle mankracht de toren te verschuiven. Ze duwden zich het lazarus, en vroegen zich daarna af, hoeveel de toren verschoven was. Niemand wist het, nu zei de burgemeester die het er warm van had, als we de jassen die iedereen inmiddels uithad tegen de kerkdeur leggen , dan kunnen we daarna zien of de toren verschoven is. Nadat ze weer met z’n allen een kwartier geduwd hadden ging de burgemeester bij de kerkdeur kijken. Echter, er was geen jas meer te zien. Dus de toren staat nu goed zei de burger, want de jassen zitten eronder, niet wetende dat een Helmondse voddenman er met de jassen aan de voorkant vandoor was gegaan.
Hoog boven Bakel.
Vanuit Leunen kon men deze kerktoren met helder weer in de 19 eeuw goed zien over een afstand van 17 Kilometer. Om er in 1829 te komen vanuit Leunen met een torenuurwerk op een kar, is wel even wat anders, zeker in de wintermaanden. Geen weg zo krom als de weg door de Peel, is een gezegde. En wat voor een weg toen, van Leunen via Merselo naar Milheese dwars door de peel naar Bakel dat op een zandrug is gebouwd, een zogenaamde sikkelduin waarvan veel is afgegraven om de wegen te verbeteren. De Bakelsedijk waarvan ik een stuk bij Merselo heb gereden, en de Peeldijk herinneren er nog aan.
De Bakelsedijk, vanaf Middenpeelweg.
De eerste is nu wel een kaarsrechte zandweg door het bos tot aan de vliegbasis ”De Peel”. En als je nu te voet vanuit Leunen naar Bakel, ongeveer twintig kilometer zou lopen zou het je vier uur kosten, over veel betere paden dan in de 19e eeuw. Kerktorens waren vroeger een baken in de peel voor marskramers, stropers, Teuten en turfstekers die door de Peel trokken. Als je ze niet kon zien lieten ze wel horen waar ze stonden, maar als baken verkeek je er op. Het was in die tijd net als je nu met de veerboot naar Terschelling vaart. Je denk dan, we zijn er zo, maar na de ene na de andere wending van het schip om de zandbanken heen, ga je een heel andere kant uit en ben je nog even ver of verder ervan verwijderd.
Verrassing!
En dan komt er ook nog een verrassing uit Bakel, en wel van de standaardmolen die verscholen aan de rand van het dorp staat. Een molen die qua vlucht de grootste standerdmolen van Nederland is. Gezien de idyllische ligging aan de rand van een bos is dat wel logisch! De molen heeft echter nog een bijzonderheid en dat is dat onder de kap, een wijzerplaat is geschilderd die op half elf staat. En daar wilde ik meer van weten.
1950 Standaardmolen Bakel (foto links, Rijksdienst voor cultureel erfgoed)
Naar verluidt was dit een hint van een schilder, die lang geleden de molen verfde, en dat de molenaar hem op dat tijdstip een borreltje moest brengen! Terwijl volgens een ander het de schafttijd van de molenaar aangaf. Dat laatste kan er bij mij nog wel in, echter met een borrel op de molen schilderen! Ook zou de kerk op het hoogste en de molen op het laagste punt van Bakel staan!
Verder…., op zoek naar gegevens dit keer over van Cuijck uit St.Anthonis kwam ik weer eens in Bakel terecht, nu bij een verzamelaar en kenner van streekklokken. Terloops had ik het met de verzamelaar over de wijzerplaat die op de plaatselijke standaard molen is geschilderd. En ik vroeg de man, of hij meer wist van deze bijzondere beschildering. Kom maar mee, dan zal ik je eens wat laten zien, verwonderd liep ik achter hem aan. De verzamelaar liep naar een klok van A. Van Bussel a Eyndhoven, en schroefde het signatuur plaatje los van de klok. Kijk hier achterop staat Guilielmus den Doop Bakel.
Het signatuur plaatje op de klok van Van Bussel met op de achterkant de mislukte signatuur van G. den Doop.
II.6 Wilhelmus (Giliam) den DOOP (Guilielmus), ged. (r.k. St.Petruskerk) Vught 01‑04‑1758 (get.: Hendricus van Heerdt, Maria Catriena Couwenbergh), pachter van de windkorenmolen te Bakel (…‑1815) en horologiemaker te Helmond (1840) wonende aan de Bindersestraat 83 a wijk A, persoonsnummer 003377, overl. Helmond 25‑03‑1840.
De Klok is gevonden in Limburg an der Lahn, Duitsland.
Deze, G. den Doop blijkt een pachter van de windmolen te zijn geweest, maar ook horlogemaker in Helmond. En dat verklaart bijna alles, over de wijzerplaat op de molen van Bakel. Behalve de tijd op de beschildering, was dat misschien het tijdstip dat de schilder gereed, of begonnen was.Van Bussel Den Doop (3) – kopie
De Peel geeft niet zomaar alles terug, daar moet je arbeid voor verrichten, ook in deze tijden.
← Terug naar: Erfgoed Bakel en Milheeze