Driekwart eeuw parochie Zeilberg
De tijd voor de eeuwwisseling was er ook voor de gemeente Deurne een van vooruitgang. Deurne ontwikkelde voorspoedig. De Peel floreerde, de werkgelegenheid breidde zich uit. Toen bleek ook dat de kerek van Deurne -die in de jaren tachtig van de vorige eeuw onder Cuypers was gerestaureerd, doch nadien praktisch niet meer plaats bood dan voorheen- te klein werd. Bovendien werd de lange afstand van de nieuwe vestigingen naar het centrum bezwaarlijk, vooral in de winter. Dat deed zich in het bijzonder gelden in de Zeilberg, waar de ontginning van de woeste gronden op gang kwam. Men wilde in Zeilberg een eigen kerk.
Al in 1898 richtte een aantal inwoners zich met een adres tot het gemeentebestuur, waarin F 82.000,-- werd gevraagd voor de stichting van een nieuwe parochie. F 70.000,-- was bestemd voor de bouw van een kerk en F 12.000,-- voor een fonds tot onderhoud van de pastoor. Dat verzoekschrift werd evenwel afgewezen. Maar veertien jaar later, in 1912, kwam het gemeentebestuur zelf met een ander voorstel, zeker omdat de aandrang van de Zeilberg aanhield en zelfs groter werd: het gemeentebestuur zou in twee jaar tijds een subsidie verstrekken van tezamen F 50.000,--.
De raad ging met het voorgestelde accoord en blijkbaar ook de Zeilberg en de kerkelijke overheid want in 1913 werd met de bouw van de kerk begonnen. Architect was de heer C. Franssen uit Roermond en aannemer was Jantje Bos uit Helmond. De eerste pastoor, M.J. Piggen werd nog niet meteen benoemd, dat kwam pas later.
De kerk kwam in 1914 klaar, een paar maanden voor het uitbreken van de eerste wereldoorlog. De officiële oprichting van een afzonderlijke parochie voor de Zeilberg vond plaats op 20 juni 2014; dat werd daags daarop vanaf de preekstoel in de oude kerk van Deurne bekend gemaakt.
Op 26 juni werd de kerk door deken Bots van Deurne ingezegend. De kerkwijding door de bisschop van Den Bosch volgde in verband met de oorlog pas op 23 juni 1919. Bij de afscheiding van Deurne had de Zeilberg 1193 parochianen. Thans is dat aantal al opgelopen tot ruim 4500.
Er werd meteen een pastorie gebouwd -pastoor Piggen werd op 28 juni 1914 ingehaald-. Er kwam ook al een zusterklooster -met zes Franciscanessen van Veghel- en een meisjesschool. De jongensschool werd het jaar daarop gebouwd, dus in 1915, ondanks de oorlogsomstandigheden. Ze werd in april aanbesteed en kon op 2 november al in gebruik genomen worden.
Geruime tijd later kreeg de Zeilberg ook een parochiehuis. Dat was nog onder pastoor Piggen.
In de parochiekerk werd voorts de devotie ingevoerd tot de H. Cornelis.
In de loop van de vijfenzeventig jaar de aan St. Willibrordus toegewijde parochie Zeilberg zich aanzienlijk uitgebreid. Er kwam steeds meer volk wonen, vooral op de ontginningen in de Voorpeel en de Nastreek.
De kerk werd in 1933 uitgebreid met twee zijbeuken, eerst een aan de evangeliekant en daarna een aan de epistelkant. Met nieuwe banken en biechtstoelen kostte dat in die crisistijd F 21031,--.
De bouw van het centrum van de Zeilberg werd een eenheid. Dat kwam omdat men telkens een beroep deed op dezelfde architect Franssen. Behalve de kerk bouwde hij later ook de zijbeuken, de pastorie, de scholen en in 1938 nog de kleuterschool.
De eerste kerkmeesters van de nieuwe parochie waren Th. Jacobs, Joh. Manders en C. Sanders. De eerste dopeling was Toon Mansvelders op 5 juli 1914.
Het verhaal gaat, dat ene Hannes Manders er bijzonder voor heeft gevochten om in Zeilberg een eigen kerk te krijgen. Hij deed het werk allemaal 's nachts, niemand mocht het blijkbaar zien. Als het donker was ging hij aan de slag. Hannes stapte dan door het dorp en telkens als hij honderd passen had gedaan, stopte hij een cent van zijn ene broekzak in de andere en zo wist hij precies de afstand van de weg. Niet dat dat klopte hoor, nee, dat kon immers niet. Hannes was een boom van een kerel en de stappen die hij nam waren veel groter dan een meter. Maar ja, de kerk is er toch gekomen. Met de kaarten die Hannes maakte is hij naar Den Bosch gegaan. Hij had het allemaal netjes op papier getekend. In Den Bosch waren ze er niet kapot van, maar dat gaf achteraf niks. Dat de kerk er kwam, dat was het voornaamste.
